• Stadia Jeugdspelers

    F-pupillen (6-8 jaar)

    Deze kinderen zijn sterk op zichzelf gericht (egocentrisch). Zij reageren sterk op hun lust- en onlustgevoelens. Dit komt met name in de sport tot uiting. Sport moet met deze groep vooral spelenderwijs worden beoefend. Plezier in de sport wordt het meest spontaan ervaren in het spelend bewegen. Spelend bewegen herkent men aan overheersen van de ongerichtheid en overmaat in het bewegen. De bewegingen missen vaak het doel, waarvoor ze bestemd zijn. De ervaring en de beleving ervan zijn van grote betekenis voor de verdere motorische ontwikkeling van het kind. Ook de eigen spontaniteit moet ruimte krijgen in de gekozen speelse oefenvormen. Dat kan - alhoewel herhalingen belangrijk zijn - door veel variatie in de oefenvormen aan te brengen. Het doel bij het voetballen bij de F-pupillen is "baas worden over de bal" !! Veel balcontacten in voetbalspelen zijn belangrijk. De vorm ‘4 tegen 4’ is het beste partijtje om spelenderwijs te leren voetballen.

    Kenmerken F-pupillen:
    Snel afgeleid, korte concentratie, speels, individueel gericht, gefascineerd door de bal.

    Doelstelling aan het eind van de opleiding F:

    Technisch > Kunnen dribbelen en drijven, pingelen, een bal kunnen stoppen en aannemen, evt. al durven koppen, kunnen passen en trappen (redelijk gericht), bal kunnen afschermen, kunnen ingooien. Het liefst ook nog alles tweebenig oefenen.

    Taktisch > In een partijspel weten wat aanvallen / verdedigen inhoudt, simpele regels van het spel weten en de voortzetting van het spel, zoals ingooi, corner, uittrap van de keeper, midden-uit, enz.

     

     

    E-pupillen (8-10 jaar)

    In de loop van de tijd zien we duidelijke veranderingen optreden. Het bewegingsapparaat houden ze steeds meer onder controle. Kinderen blijven nog steeds sterk op zichzelf gericht. Weinig zelfstandigheid en afhankelijk van anderen (volwassenen). Wel gaat het kind steeds meer rekening houden met een ander. Tegelijkertijd zullen we rekening moeten houden met de prestatiedrang van het kind. Dit vereist een zorgvuldige begeleiding. Heel veel balcontacten, technische vaardigheden m.b.v. basisspelvormen, zo voetbal-echt mogelijk !! Hier mogen we zeker spelvreugde en spelbeleving ook niet vergeten.

    Kenmerken E-pupillen:

    Saamhorigheid, balbehandeling beter, oefenen bewuster, betere concentratie, begrijpen het spelletje beter.

    Doelstelling aan het eind van de opleiding E:

    Technisch > "baas" zijn over de bal, zodat het gebeuren beneden aan de voet min of meer geen problemen oplevert, opdat hij kans krijgt zich te richten op het spel om zich heen.

    Taktisch > Bewust zijn van een individuele actie en het samenspel. Taakverdeling bij aanvallen en/of verdedigen ontwikkelen. Aandacht voor positiespelletjes (vrijlopen!).

    Tevens moet hij / zij klaar zijn voor de overstap naar de D-pupillen, groot veld, buitenspelregel, taken, grote doelen,enz.

     

     

    D-pupillen (10-12 jaar)

    Het kind ontwikkelt een meer sociaal gedragspatroon ten opzichte van de teamgenootjes. Daarom kan er een groter beroep gedaan worden op het verantwoordelijkheidsbesef. Samenwerken en samen presteren, daardoor is het halen van een positief resultaat mogelijk. Ontwikkelen van technische vaardigheden blijft echter het allerbelangrijkste (basisspelvormen / 4 tegen 4). Kinderen krijgen steeds meer spelinzicht (inzicht in ruimte, tijd, handelingssnelheid, medespelers, tegenstanders en positiespel).

    Kenmerken D-pupillen:

    Geneigd zich te meten met anderen. Beheerst eigen bewegingen en is meer prestatiegericht bezig.

    Ontwikkelt spelinzicht bij balbezit-balverlies !!

    Doelstelling aan het eind van de opleiding D:

    Technisch / Taktisch > De balbehandeling moet goed zijn, zowel over de grond, als door de lucht. De grootste weerstand mag de bal niet meer zijn. Positiespel-leren zien van de ruimte-aanbieden op het juiste moment en in de juiste ruimte. Aanspelen op het juiste moment en de juiste manier (grond-lucht), taken van verschillende posities in een team....... en misschien al een stukje coaching !!

     

     

    C-Junioren (12-14 jaar)

    Het vermogen tot beoordelen groeit en een eigen mening ontwikkelt zich. Geldingsdrang en drang om zich met andere te meten nemen toe. In deze leeftijd kan zich een groeispurt voordoen en kondigt zich het begin van de puberteit aan. Aan C-junioren kunnen m.b.t. verdeling van taken binnen het team, voorzichtig eisen worden gesteld. Hij is voornamelijk bezig het vrijlopen en samenspelen te ontwikkelen.

    Doelstelling aan het eind van de opleiding C:

    Technisch > Uitbreiding techniek beheersen. Snellere handelingssnelheid en kan in kleinere ruimtes spelen.

    Traptechniek, over de grond, door de lucht, het meenemen van de bal op diverse manieren als halve draai, binnen- en buitenkant voet, voorstoppen met borst en hoofd etc. Kunnen trappen met dropkick en volley. Gericht kunnen koppen zowel met als zonder sprong. Het middels meerdere eenvoudige combinaties, komen tot afwerken op doel, met en zonder weerstand.

    Taktisch > Positiespel en handelingssnelheid verbeteren, door te variëren met de afmetingen van de ruimtes, het aantal keren te spelen te verplichten, het verwerken van overtal situaties, het op meerdere manieren kunnen scoren. Het spelen vanuit een opbouwend karakter (keeper-speler-doel). Groepstactiek en onderling coachen bijbrengen - aanvallen/verdedigen.

     

     

    B-Junioren (14-16 jaar)

    Puberteit kenmerkt zich door onevenwichtigheid, lusteloosheid, onredelijkheid, humeurigheid, zelfoverschatting, faalangst, idealistisch, allemaal op weg naar het streven naar volwassenheid. Hij is nog meer in staat om de echte wedstrijdsport te beoefenen, heeft niet altijd interesse voor eenvoudige technieken, wel voor tactiek, positiespel, wedstrijdsituaties, als ook persoonlijke feed-back en uitleg van trainingsdoeleinden. Hij moet leren onder druk te presteren en zijn individuele mogelijkheden moeten meer rendement opleveren voor het team.

    Doelstelling aan het eind van de opleiding B:

    Technisch > Bal aanname, het meenemen in de beweging, variaties met kappen en draaien, onder weerstand.

    Traptechniek, lange en korte pass, strak en hard, voorzet indraaiend en wegdraaiend, direct spelen van de bal , kaatsen. Koppen, met sprong, aanvallend en verdedigend. Combinaties, in relatie met basistechniek, spelpatronen, positiewisseling, weerstand verdedigers, bloktackle’s, slidingtackle’s.

    Taktisch > Algemeen, veel positiespelletjes met overtal situaties met accenten op het spel zonder bal, zowel aanvallend als verdedigend, met meerdere scoringsmogelijkheden, met beperking v.w.b. het aantal balcontacten. Afwerken vanuit combinatiespel, rekening houdend met posities verdediger/aanvaller.

     

     

    A-Junioren (16-18 jaar)

    Zowel lichamelijk als geestelijk op weg naar meer evenwicht. Een fysieke groei in de breedte en een zakelijker benadering van gebeurtenissen zijn kenmerkend. In deze leeftijdsfase wordt meestal een keuze gemaakt voor de prestatie- of voor de recreatiesport. Beheerster optreden, spelers letten op elkaar, ontstaan van eigen controle. Speler wordt zich bewust van het spanningsveld tussen de verwachtingen enerzijds en van zijn prestatie anderzijds. Het specialisme doet zijn intrede. Zijn sterke punten tracht te verbeteren en zich ondergeschikt maken aan andermans kwaliteiten (tactiek).

    Doelstelling aan het eind van de opleiding A:

    Technisch > Hij moet op wedstrijdniveau over de techniek beschikken om in allerlei situaties de juiste handeling te verrichten en om die voetballend op te kunnen lossen.

    Taktisch > Voldoende inzicht verkrijgen om spelsituaties te analyseren vanuit zijn specifieke kwaliteiten en daar ook naar handelen binnen zijn mogelijkheden, rekening houdend met de gemaakte afspraken (tactiek).

    Overgang naar senioren moet zorgvuldig begeleid worden, omdat juist in deze leeftijdfase, de meeste spelers om de meest uiteenlopende reden stoppen met voetbal.